De ruwharige vacht
De ruwharige teckel heeft vanzelfsprekend een ruwharige vacht. Met gevolg dat deze vacht moet geplukt worden. Naarmate de vacht plukrijp is kan hij geplukt worden, alle dode dekharen worden dan weggeplukt. De ruwharige vacht wordt ook wel draadhaar genoemd. Ruwharige rassen hebben een vacht die bestaat uit dikke stugge dekharen, in combinatie met een ondervacht van dunne wollige haren. De ruwharige vacht groeit over heel het lichaam. Deze hondenrassen zijn goed bestand tegen de meeste weersomstandigheden!
De ruwhaar verhaart 2 tot 4 keer per jaar. We noemen de hond dan “pluk- of trimrijp”. De loskomende dekharen vallen dan niet vanzelf uit maar zullen verwijderd (geplukt) moeten worden, dit om irritatie van de huid te voorkomen.
Bij mij kan je dus terecht om de vacht te laten plukken of bij een ander ervaren trimster. Laat een ruwharige vacht nooit maar ook nooit scheren!